Matteo op Zanzibar en SAFARI! (2 jan t/m 10 jan)

10 januari 2017 - Paje, Zanzibar, Tanzania

Maandag 2 januari zijn Matteo en familie de vakantie begonnen met de ‘Safari Blue’ tour. Ik had hem al eerder gedaan, maar vond het zo’n ontspannen dagje dat ik opnieuw mee ging. De opstapplaats voor Safari Blue is richting Stone Town en onderweg zagen we overal kruizen op de huizen en strepen. Met de strepen en kruizen werd aangegeven tot waar de huizen/winkels die er stonden afgebroken moesten worden, of dat het huis of het winkeltje helemaal vernield moest worden. Her en der zag je letterlijk dat sommige huizen al afgebroken waren voor een deel. Dat werd niet netjes gedaan, maar het leek net alsof er een bulldozer langs was gereden. Sinds ik op dit eiland ben zijn er best al wat dingen verandert. Zo zijn ze bezig met een nieuwe hoofdweg aanleggen en dat is echt een weg zoals in Nederland. Ze hebben belijningen op de weg gemaakt, enkele verkeersborden geplaatst (waar niemand zich nog aan houdt natuurlijk) en zebrapaden aangelegd. Ik vraag mij af hoe Zanzibar er over 10 jaar uit zal zien. Staan de originele huisjes er dan nog of zal het wat gaan verwesteren? Sommige ontwikkelingen zijn goed maar ik vind het met dit soort landen zo zonde als heet zijn charme verliest door ontwikkelingen. Het zou leuk zijn om over enkele jaren nog eens te gaan kijken hier. De tour zelf was weer een geslaagde dag. Wel heb ik een stekel van een zee-egel in mijn voet weten te krijgen. Ik mag nog van geluk spreken dat het geen hele zee-egel is want dan ben je verder van huis.
De dinsdag zijn we naar het strand in Paje geweest. Daar hebben we geluncht bij Kahawa, onze favoriete plek om in Paje te lunchen. Vanwege de vele wind waren er veel kitesurfers op het water en het strand waardoor er niet veel plek was om rustig te liggen. ’s Avonds hebben we gegeten bij fisherman, waar het altijd gezellig is met het personeel.
De woensdag zijn we op tijd weg gegaan om in Stone Town de spice tour te gaan doen. De tour duurde deze keer langer dan de vorige keer toen ik met Iris en Mirjam de spice tour deed. Onze gids liet meer zien. Na de lunch op de ‘spice farm’ zijn we terug de stad in gegaan om te winkelen. In de avond hebben we gegeten bij Maru Maru, op het dakterras waarbij je op de stad uitkijkt, waar we eerder al zijn geweest. Ons contactpersoon die we altijd bellen als we een taxi nodig hebben van Town naar Jambiani toe nam niet op dus uiteindelijk een andere taxi gevonden voor dezelfde prijs.

De donderdag en vrijdag werkte ik voor het laatst met de kindjes. Ik merkte dat ik wel wat moeite had om van Hassan afscheid te nemen. Het kind die Mirjam en ik sponsoren. Ik heb er meer moeite mee gezien zijn situatie thuis en ook omdat ik het idee heb dat hij meer begrijpt dan andere kinderen en meer besef heeft van bijvoorbeeld het feit dat wij niet meer terugkomen. In de avond hebben Matteo, Anne en ik curry klaargemaakt voor de Matteo zijn familie en de familie van Mirjam. We zaten met negen mensen aan tafel. Het was leuk om nog een laatste keer te koken bij Captain Cook en een laatste keer daar aan de tafel te eten. Het is leuk om de plek waar wij al die tijd hebben gewoond te kunnen laten zien aan ze.
Op de vrijdag was Khamiar helaas niet thuis waardoor ik geen afscheid van hem heb kunnen nemen helaas. Ontzettend jammer. We namen onze tijd op de vrijdag om alvast op te ruimen en onze spullen in te pakken. Morgen is het zaterdag en zullen we Captain Cook na 2,5 maand verlaten en vertrekken naar het natuurpark de Selous voor onze safaridagen! We hebben ook de spullen van Ellen nog ingepakt en met een taxi naar het project in Paje gebracht. Waar onze bagage ook tijdelijk zal gaan staan tot we terug zijn van safari. In de avond zijn Anne en ik gaan eten bij fisherman, waarna we een afsluitend feestje hebben gehad bij Jambo Beach. Het is immers de laatste keer dat Anne, Mirjam en ik samen zijn. Mirjam gaat met haar familie naar het noorden vanaf morgen en Anne en wij gaan op safari. Nu merk ik aan mijzelf dat ik er totaal geen besef van heb dat ik op safari ga. De hele reis heb ik het gevoel gehad dat wanneer de safari aanbreekt, het begin is van het einde van mijn reis. Ik merk dat ik daar wel wat moeite mee heb want de tijd vliegt en ik zou hier stiekem wel langer willen blijven. Vooral vanwege de sfeer en natuurlijk ook voor het weer. Ik besefte niet dat ik op safari ging, misschien ook wel omdat ik mij er niet aan toe wilde geven dat mijn laatste deel van deze reis aanbreekt. Desondanks ben ik natuurlijk ontzettend benieuwd wat de safaridagen mij gaat brengen!
 

De volgende ochtend werden we om 06:00 uur opgehaald om naar het vliegveld te gaan. We namen afscheid van Captain. Hij hoopte ons weer te zien en gaf aan ons te gaan missen. Ondanks dat we niet enorm veel met elkaar te maken hebben gehad is het toch raar om gedag te zeggen tegen iemand waar je 2,5 maand hebt gewoond. Eenmaal bij het vliegveld was het eventjes spannend of alle grote backpacks toegelaten zouden worden en of alle vloeistoffen die we mee hebben wel mee konden. We hadden immers geen mini verpakkingen en de backpacks gingen bij de vlucht naar Zanzibar toe in het ruim, waardoor de familie mee kon nemen wat ze wilden. Gelukkig is het Afrika en nemen ze alle regeltjes niet zo nauw. De grote haarlak bussen, grote douche flacons en 1,5 liter waterflessen werden zonder moeite toegestaan en we waren zo door de douane heen. Vervolgens werden we vol luxe in een bus gezet en naar het vliegtuigje gereden. Dat was wel écht van toegevoegde waarde… we moesten met de bus best wel omrijden om vervolgens 15 meter recht voor de plek waar we instapten afgezet te worden. Die 15 meter hadden we prima kunnen lopen over het aangelegde zebrapad. Het was zeker weten sneller geweest. Maar hee, we hadden nu de luxe dat we die 15 meter niet hoefden te lopen. Om 09:00 uur vertrok het vliegtuigje en vlogen we naar de Selous. Het was een klein vliegtuigje waarbij de besturing van het vliegtuigje goed kon bekijken. Voor mij de eerste keer en ik vond het leuk. Ondertussen kregen we ook een foto binnen van ons kamp waarbij een olifant naast één van de lodges stond. Echt super gaaf. Helaas een paar uren te vroeg, want wij zijn er nog niet! We landen gewoon op een lange kale vlakte, dat was als het ware het vliegveldje en we werden in een jeep naar het kamp gebracht. Ondertussen zagen we al een grote groep bavianen: ‘Safari is ON!’ Eenmaal bij het kamp aangekomen (20 minuutjes rijden) stond er een vrouwtje netjes klaar met een paar ijskoude doekjes zodat we daar als madammetjes onze handen en gezicht mee konden reinigen. Vervolgens mochten we direct aanschuiven aan tafel voor het ontbijt. Direct kwamen een paar ons de eerste gang van het ontbijt serveren. Het was een lekker soepje. Toen we de soep net ophadden kwamen ze de borden gelijk weghalen en kwamen ze met de tweede gang aan. Ditzelfde gebeurde met de derde gang. Ik vond het fantastisch om eens zo in de watten te worden gelegd na een wat primitiever leven. Tegelijkertijd merkte ik dat ik mij ook best opgelaten voelde. Want ik werd nu wel heel erg als luxe popje bediend en dat vind ik nou ook weer niet nodig. De mensen zijn al leuk genoeg als ze zichzelf zijn en hier gaat alles toch wat luxer. Ergens ben ik blij dat ik dit gevoel wel heb en dat ik er dubbel van kan genieten als het dan even zo luxe is. Na het ontbijt kregen we de drie lodges toegewezen. Het leuke is dat het lodges zijn van klei met rieten dakjes. Waardoor je toch het gevoel hebt dat je midden in de natuur zit, omdat de lodges van natuurlijke producten zijn gebouwd. Het is niet opeens een heel klinisch hutje, maar iets wat echt in de natuur past. Vervolgens wilden we lekker in het zwembad springen. Maarja… Anne en ik zijn allebei zo niet bezig geweest met de safari, waardoor we ons ook niet verdiept hebben in alles wat je op het kamp kan doen. Dus je raad het al, wij hadden geen bikini mee natuurlijk. Gelukkig kon ik een bikini van Lilian lenen en Anne leende een topje en sprong met een net shortje en boxer aan het zwembad in! Ondertussen cirkelden de bavianen om het zwembad heen en de zon scheen volop. Wat een genot om hier te zijn zeg!
Om 15:00 uur startte voor ons de villagewalk. Helaas was dit enkel een wandeling door het nabij gelegen dorpje. Het waren weliswaar oude huisjes gemaakt van klei, wat opzich wel bijzonder was, maar het leek verder heel veel op de dorpjes als Jambiani en Paje. Daar hebben we natuurlijk al een paar maand door heen gelopen en we weten inmiddels hoe het leven eraan toe gaat en wat een moskee is. De tour had voor ons dan ook weinig toegevoegde waarde en het was echt enorm heet, maar dan echt enorm heet! De villagetour was dus niet zo’n succes. Vervolgens gingen we op een bootje de rivier op en dat was wel erg leuk! We zagen al veel mooie vogeltjes en we zagen krokodillen aan de zijkant van het water. Dit waren kleine krokodilletjes. De kleintjes moeten nog wat vaker boven water komen dan de grote. De grote waren dan tijdens de zon uren niet op de kant te vinden maar in het water. Ze zwommen vast en zeker onder ons, maar we zagen ze niet. Eerst geloofde ik niet dat er ‘super veel’ krokodillen zouden zijn. Ik dacht dat het misschien ook wat bangmakerij zou zijn of om het wat grootser te maken. Maar na de eerste jeep safari (van de volgende dag) wist ik wel beter. Er zijn echt veel! We hebben ook veel nijlpaarden gezien. We kwamen redelijk dichtbij. Dat terwijl nijlpaarden de dieren zijn die de meeste mensen doden op jaarbasis. Alleen de nijlpaarden hebben vrij diep water nodig en het stuk waar wij aan het varen waren was te ondiep voor ze. Het was gaaf om ze te zien. Na de bootsafari op de rivier zijn we teruggekeerd naar het kamp. Waar we een buffetje hadden en eten op konden scheppen wat we wilden. Vervolgens gingen we op tijd slapen, want de volgende dag hebben we onze eerste jeep safari en dat start om 06:30.
Om 06:30 stond een jeep ons op te wachten en reden we naar de ingang van de Selous. Dat is bij het ‘vliegveld’. We hadden nog twee Russische mensen bij ons in de jeep zitten. Het is een jeep waar we met 11 mensen in kunnen. De jeep zelf is aan de zijkanten helemaal open. Je kon alles goed zien. Het is gaaf want er is geen enkele geasfalteerde weg te bekennen en je komt bijna geen andere jeep tegen. Ze noemen de safari ook wel een ‘gamedrive’ en nu snap ik waarom. Het is niet zo dat er standaard plekken zijn waar we de dieren kunnen vinden en waar ze even langs rijden. Het is echt een ‘game’ om de dieren op te sporen. De Selous is namelijk zo groot als Zwitserland en in verhouding tot de Serengheti kun je minder dieren in de Selous zien vanwege de grootte van het natuurgebied. De keerzijde is dat het in de Selous veel minder commercieel is. In de Serengheti rijden weet ik hoeveel jeeps rond en dat is hier niet het geval. De eerste dag hebben we al ontzettend veel mogen zien: krokodillen, nijlpaarden, verschillende grote roofvogels (zoals gieren en Amerikaanse zeearend), bavianen, buffels, giraffen, pumba’s, mpalas, zebra’s, gnoes, hyena’s, leeuwen, olifanten en meer. Op een goed moment werd er over de speaker gezegd dat er iets te zien was. Onze chauffeur racete er vervolgens heen. Op zo’n moment worden kleine bomen, bosjes en struiken niet gespaard. Je moet ook uit kijken dat je geen takken tegen je lichaam aan gespankt krijgt. Vervolgens zagen we een grote groep wilde honden. Wilde honden schijnen heel speciaal te zijn. In het hele natuurgebied zijn er 3 families wilde honden en één van die drie families zagen wij op dit kleine stukje van het enorme natuurgebied. We konden ze van heel dichtbij zien en dat was erg gaaf. Ze zijn uiteraard gevaarlijk, maar op dat moment lagen ze lekker aan de kant van het pad. Wat ik heel erg gaaf vind aan de safari is dat je écht in de pure natuur bent. Er zijn weinig mensen om je heen en het park is ongerept. Het is echt de wereld van de dieren waar je in stapt en dat vind ik zo mooi om mee te maken. We komen ook van alles te weten over de rangen van de dieren. Uiteraard is de leeuw de king of the animals. De leeuw wordt eigenlijk nooit gepakt. Een beetje onderaan de ladder staan de mpalas en de pumba’s. Pumba’s zijn varkentjes, zoals Pumba in The Lion King. Zo blijkt Pumba een woord uit het Swahili te zijn en het betekend: stupid. Thuis wil ik The Lion King nog eens opnieuw gaan bekijken want ik zal er anders naar gaan kijken. De namen en woorden die gebruikt worden komen uit het Swahili en hebben allemaal hun betekenis. Zo betekend Simba domweg ‘leeuw’. Daarnaast worden de hyena’s in de film uitgebeeld als hele gevaarlijke dieren maar ze worden ook heel erg dommig neergezet in de film. Dit is precies wat er in de natuur gebeurt. Ze zijn gevaarlijk maar ze zijn heel slecht in jagen waardoor ze eigenlijk nooit wat vangen. Daarentegen eten de hyenas de botten op. De leeuwen vangen bijvoorbeeld wel dieren en eten het vlees op en wat er over blijft eten de hyenas op. Puur uit gebrek aan wat beters, omdat ze gewoon niet handig zijn. Ze zijn wel super belangrijk. Nu ik echt in de natuur ben zie ik hoe de natuur werkt. Ze eten elkaar en je komt te weten wie welk dier eet en je komt de ene na de andere karkas (botten) tegen. De hyenas en de gieren eten deze op. Dat is ook te zien aan de ontlasting van de hyenas. Deze zijn wit van de karkassen die ze hebben gegeten en zo kan je ook weer herkennen waar ze verblijven. Verder heb je de pumba’s die ook veel worden gegeten. De pumba’s en de mpalas zijn vaak de sjaak. Pumba’s zijn ook oprecht nogal dom. Ik vind ze hilarisch om te zien want ze rennen echt grappig en hun staartje staat kaasrecht omhoog als ze lopen en dat ziet er heel komisch uit. Als er op ze gejaagd worden dan bedenken ze dat ze weg moeten rennen, waarna ze een paar meter later weer stoppen omdat ze weer vergeten zijn waarom ze nogmaar aan het rennen waren. Tsjah.. niet zo gek dat ze dan vaak prooi zijn van de hogere dieren uit de jungle.
Vervolgens zagen we een groep olifanten. Waar andere jeeps van een afstand toe bleven kijken ragde die van ons dwars door alle bossen heen naar de groep toe. Ik dacht serieus dat het niet mogelijk was om zo dichtbij te komen want het was echt dicht begroeid met struiken. Maar alles is mogelijk hier! Toen we wegreden bij de olifanten kwamen we een aangegeten stuk dier tegen. De gids zei dat het dier nog niet lang daar lag en de boom verderop zat echt gigantisch vol met allemaal gieren. Best gek: normaal als ik in een dierentuin ben en ik zie een gier dan vind ik één al vreselijk, laat staan een hele boom vol. Maar hier is het meer te vergelijken met een groep duiven die je ziet dan een super bijzondere vogel, wat het natuurlijk wel is voor mij. Maar terugkomend op de boom. De boom zat vol met gieren aangezien ze het stuk vlees natuurlijk op het oog hebben. Normaal zouden ze ook allang naar het vlees toe zijn gegaan maar dat doen ze niet. Volgens de gids is dat een teken dat er een luipaard in de buurt is en dan durven ze niet. De gieren weten namelijk dat de luipaard hun ook weer kan eten en dus wachten ze tot de kust veilig is. Helaas zijn luipaarden verdraaid goed in het verstoppen van zichzelf, dit prachtige dier hebben we jammer genoeg ook niet gezien. Ze zitten veel in de toppen van bomen, we hebben ook veel in de bomen gekeken maar helaas zonder resultaat. Tussendoor lunchten we en aten we ook midden in de natuur. Dan zochten we een mooi rustig plekje, werd er even gekeken of er ook dieren zaten en daarna dronken we koffie en lunchten we met uitzicht op bijvoorbeeld nijlpaarden of een uitgestreken vlakte. Echt onvergetelijk. Tegen 15:00 uur stopte de safari-dag en reden we terug naar het kamp. Het is voor mijn gevoel in Tanzania (ook wel ‘Mainland’ genoemd) een stuk warmer dan Zanzibar maar wel veel droger warm waardoor je minder zweet. We reden vrij snel terug naar het kamp, maar in plaats van een enigszins verkoelend windje, was het een föhn die tegen je aan blies. Maar het maakte mij allemaal niet uit.
De tweede jeepsafari startte opnieuw om 06:30. Na een lekker ontbijtje stapten we weer in onze jeep (deze keer alleen met ons zessen: Matteo, Lilian, Edward, Gerda, Anne en ik) voor een tweede hele gave dag. De tweede dag begon wat rustiger. We reden meer langs de randen van het park waar minder jeeps kwamen, in de hoop iets speciaals te vinden. Op een gegeven moment reden we toch weer meer naar het deel waar we gisteren waren. Zo kwamen we ook weer op een plekje waar we gisteren ook waren, de plek waar één buffel dood lag en twee buffels stervende waren. Het was enorm triest om te zien want één buffel was extreem vermagerd en de ander had zijn kop half in de modder liggen waar ze in vast zaten omdat hij zijn kop niet meer de hele tijd omhoog kon houden. Dieren te zien sterven is niet tof en ik vroeg ook of er iets aan gedaan kon worden. De gids zei terecht dat het niet kon. Als hij of iemand anders ze er nu uit zouden halen dan zouden de buffels vervolgens hem doden. Buffels zijn namelijk ook heel gevaarlijk. We reden er opnieuw langs en de buffels waren inmiddels dood. Eén van de buffels was in het midden van zijn lichaam helemaal opgegeten en het was nog rood bloed. Heftig om te zien maar ook weer de mooie natuur. De gids gaf aan dat het nog ‘vers’ was en dat de buffel nog niet lang dood was. Hij was aangegeten door een leeuw, die nu eventjes weg is. De kans is aanwezig dat die zo terug komt om verder te gaan met zijn maaltijd. We wilden tussen de buffels doorrijden waar de buffels vast kwamen te zitten, maar vervolgens kwam de jeep er zelf ook niet meer weg. *Slik*. Het was het eerste moment dat ik echt wenste snel weg te zijn daar. Ondanks dat ik de leeuwen al van dichtbij heb mogen zien en niet bang was voor ze, is het toch niet een prettig idee als een leeuw op jacht was en zo misschien terug zou komen terwijl wij daar zaten. Gelukkig kwamen we al gauw weer los. Een stukje verderop zijn we weer koffie gaan drinken. Ook wel bijzonder, want even daarvoor wisten we dat de leeuw in die omgeving zou zijn en tegenover ons ligt een grote krokodil van een paar meter met de bek open. Het zijn allemaal zulke gevaarlijke dieren maar toch vind ik het allemaal niet zo eng als je ze van dichtbij ziet. We zetten de motor van de jeep uit terwijl we letterlijk 5 meter van een hyena afstaan en hetzelfde geld voor de leeuwen. Maar juist dat maakt het spannend en het is super gaaf ze van zo dichtbij te zien in hun eigen omgeving. Daarnaast weten de gidsen wel waar ze mee bezig zijn, anders zouden ze het niet doen.
Op een gegeven moment zagen we een nijlpaard aan de kant van het water lopen. Zijn weg was uitgestippeld waar hij heen zou met een witte grote vogel op zijn rug. Alsof ze bij elkaar hoorden. We hebben het karkas gezien van de kop van een nijlpaard waarbij we zagen hoe klein de plek is waar de hersenen zitten van een nijlpaard. Ik zou kunnen zeggen dat ze te dom zijn om te poepen. Toch zijn ze heel gevaarlijk. Nijlpaarden zouden niet ergens naartoe kunnen lopen en vervolgens de weg terug kunnen vinden, dan zijn ze het alweer kwijt. Wat ze doen is om de zoveel meter hun poep neerleggen (een beetje zoals Hans en Grietje). Zodoende kunnen ze teruglopen naar de plek waar ze waren. De vrouwtjes doen dit overigens slimmer dan de mannetjes. De mannetjes die zwaaien tijdens het poepen namelijk hun staart heen en weer waardoor de hele omgeving onder het poep ligt en er alsnog geen duidelijk pad is om terug te lopen. Als je als mens op de route staat waar de nijlpaard langs moet lopen dan wordt hij heel agressief en scheurt hij je in stukken, want doordat jij er staat snapt hij niet meer waar hij langs moet en raakt hij gefrustreerd. Het probleem is al snel opgelost: ga langs zijn pad staan en hij loop langs je heen en er is niks aan de hand. Je moet het maar weten he.. Verderop in onze tour zag ik voor het eerst een schildpad het water uit lopen en ik riep: ‘Look! A turtle!’ Op dat moment draaide de schildpad zich ook alweer om. Achter hem zat een krokodil en twee seconden later was de schildpad weg en zag ik de bek van de krokodil dicht gaan. Op-ge-ge-ten. Dat was zo bizar! Met één hap is zo’n beest inclusief de behuizing van een schildpad weg. Niet veel later kwamen bij een vergelijkbaar modderpoeltje waar de buffels ook waren gestorven. Ik denk dat onze jeep opgeroepen was door een andere jeep om te helpen. Het leek alsof er een hertje (een mpala misschien) vast zat. Toen we dichterbij kwamen zagen we dat het een baby zebra was die zich uit het modder probeerde te bevrijden wat niet lukte. De zebra zat onder de modder. Onze gids heeft hem uit de modder getrokken, waarna een andere hem naar de bosjes heeft gelokt. Het was super schattig en ik kon echt zien dat het eigenlijk gewoon een paardje is, want de zebra volgde iedere stap die de gids zette. Toen hij op een gegeven moment naar rechts stapte zodat de zebra de bosjes in kon lopen, liep de zebra opnieuw naar de gids toe. Eerder de dag hoorde ik ook dat veel dieren juist de zwakkere dieren pakken: oudere dieren die niet in staat zijn om nog te vechten of juist de jonkies. Ik had mijn twijfels of dit wel goed ging, vooral omdat de groep zebra’s nergens te bekennen was. Ik hoop dat ze wel in de buurt waren zodat de kleine snel weer veilig was.
De leeuwen liggen vaak tijdens de warme uurtjes beschut onder bosjes. Leeuwen zijn mega lui. Van de 12 uur overdag jagen ze twee uur. Tijdens die twee uur rennen ze niet, nee dan liggen ze. Soms staan ze op en kijken ze rond of ze al een dier zien en zo niet, dan gaan ze weer liggen. We zagen vandaag een groep leeuwen in de open lucht liggen waardoor we ze heel goed konden bekijken en echt van dichtbij. Op den duur liep één jongere leeuw de weide vlakte op. Langzaam en behoedzaam, steeds achterom kijkend naar de moeder. Leeuwen kunnen goed communiceren op afstand en in principe is dat wat de moeder doet leidend. De leeuw ging op jacht en liep stap voor stap de vlakte op, maar steeds achterom kijkend. Het is vrij bizar dat zo’n leeuw eigenlijk in alle rust de vlakte op kan lopen terwijl andere dieren op zo’n tempo direct gedood en opgegeten zouden worden. Ze hebben veel macht. We hebben de leeuw niet meer echt zien jagen maar ze alleen al te zien jagen was heel gaaf.
Het einde van de safaridag was in zicht en we kregen nog een keer de oproep dat er een groep olifanten was gesignaleerd. We reden erheen en er was een groep van ongeveer 5 olifanten in het water bezig met drinken en zichzelf wassen. Wat ik alleen al een prachtig gezicht vond. Aan de rechterkant waren hoge struiken en onverwachts kwam er wat gestamp en kwam één voor één een olifantenkop uit de hel groene struiken steken. Wat een gaaf gezicht is dat. Ze bleven even staan. Je zag echt een rijtje olifanten allemaal naast elkaar staan met af en toe een kleintje bij de poten van een oudere. Vervolgens liepen de olifanten die al in het water lagen eruit en kwam de andere (grotere) groep richting het water. Ze mengden zich in één groep en gingen vervolgens weer het water in om te drinken. Het is moeilijk omschrijven maar het is echt adembenemend om dat te zien. Vervolgens liep de moeder (de leider van de groep die aangeeft wat er gaat gebeuren) het water uit richting een pad naar boven. In één rij volgden alle olifanten haar op en zag je een stroom olifanten naar boven lopen.  Met nog een paar kleintjes van ongeveer twee maand oud ertussendoor rennend. Het voelde als een prachtige afsluiting van een hele mooie safari. Maar ook hier, olifanten zijn gevaarlijk en we stonden echt wel dichtbij. Op een goed moment kwam de moeder het water uit en zette een stap in onze richting. De chauffeur wou de jeep starten maar de gids zei dat het niet nodig was en uiteindelijk liep hij de andere kant uit. We hebben zoveel van dichtbij mogen zien hier! Zoveel off-road gereden en gave en veel verschillende landschappen gezien! Ik heb hyena’s zien eten, leeuwen zien jagen, olifanten zien drinken en de werking van het dierenrijk gezien. Een safari is duur maar zeker je geld waard!
We reden naar huis en ik bewonderde de mooie foto’s die we hadden gemaakt. De volgende dag vlogen we alweer om 9:15 terug. Voordat we vlogen hadden we nog een bushwalk. Hier werden dingen verteld over bijvoorbeeld bomen en planten, maar ook over vogels. Vogels die allemaal nestjes maken aan de toppen van een boom. De roofvogels zijn de vijand omdat die de eitjes opeten. Daarom maken ‘the weavers’ heel veel nestjes om ze te verwarren. Ze maken er bijvoorbeeld 20, maar gebruiken er misschien maar 2. Zodat de roofvogel in de nestjes kijkt en hopelijk steeds een lege tegenkomt. Een roofvogel probeert het dan 3 keer en geeft het daarna op. Ook zijn de weavers zo slim om de nestjes van verschillend materiaal te maken. Sommige nestjes lijken heel vers en sommige lijken al wat ouder vanwege de dorre takjes die ze dan gebruiken. Ze gebruiken dan expres de oud-lijkende nestjes om de roofvogels opnieuw te verwarren. Tot slot bouwen ze de nestjes op gammele uiteindes van een boom zodat de takken sterk wiebelen als een grote vogel erop land en zijn de takken van de boom bedekt met stekels zodat ook slangen maar moeilijk hun weg kunnen vinden naar de nestjes toe. Onvoorstelbaar toch hoe slim die dieren kunnen zijn? Er was een bushman die met ons meeliep. Hij vertelde dan ook dat een Baobab boom hol is vanbinnen en dat massai mannen en bushman mensen daar in slapen. De bomen zijn heel groot en iedere meter staat ervoor dat hij een eeuw oud is. En die bomen zijn vaak gigantisch! Dat komt ook omdat ze eigenlijk niet dood te krijgen zijn. Als je een wortel afhakt dan groeit hij weer aan. Als je een snede maakt in de boom dan heelt hij zichzelf weer. Uiteindelijk kwamen we aan bij de olifantenpoep. Van droge olifantenpoep werd met de hand en een stukje hout een vuurtje gemaakt. Vervolgens zocht de bushman geschikte bladeren die even in het vuur werden gehouden. Stukken olifantenpoep werden ingerold in bladeren als een shagje. Geloof het of niet maar daarna werd hij aangestoken en rookten ze dus letterlijk olifantenpoep. Dat is hoe de massai en bushman een feestje vieren. Vrij bizar. Op de terugweg naar het kamp toe kwamen we verse olifantenpoep tegen. De bushman steekt zonder nadenken zijn vinger in de poep om vervolgens te concluderen dat de olifanten in de nacht op die plek zouden zijn geweest en vervolgens stopte hij de vinger in zijn mond: IEEEEUW!! Het zou wel een echte bushman moeten zijn, anders doe je dat toch niet!! Zo sloten we onze safari af. We pakten onze spullen en vlogen weer met een klein vliegtuigje via Dar es Salaam naar het vliegveld op Zanzibar. Eenmaal daar startten we weer met een nieuw onderdeel van de reis: Nungwi, het noorden van Zanzibar.

Foto’s

2 Reacties

  1. Petra:
    16 januari 2017
    GE WEL DIG wat kun jij schrijven. Zo mooi, zo vertellend, zo echt!
    Wat heb je veel gezien, geleerd en genoten van dat prachtige land met al zijn schoonheden. En wat heb ik vreselijk gelachen om je uitleg van de Pumba en het verstand van een Nijlpaard. Echt hilarisch, om dit te horen van een gids.
    Een reis om nooit te vergeten en nog eens naar terug te verlangen :-)
    Geniet nu nog lekker een paar dagen met Mirjam van al het moois dat jullie mochten beleven. De mensen daar, de geuren, de zee en zijn stranden, de dieren en nog zoveel meer.
    Heel veel liefs van je thuisfront die uitkijken naar zaterdag!
  2. Tantie:
    22 januari 2017
    Je bent weer thuis!!! Gezond en wel en met een heleboel levenservaring erbij!
    Belangrijke levensles die je daar hebt geleerd: met weinig tevreden zijn!
    Wat kunnen we daar in Nederland nog veel van leren.....
    Ik zie je snel weer nichie! Bedankt voor je mooie verhalen. Ik hoop dat je in Nederland ook van de kleine dingen blijft genieten.